Terug naar de inhoudsopgave

Terug naar de vorige pagina


Lieve Lena Lieve Lena Lieve Lena Lieve Lena Lieve Lena

 
Lieve Lena,

Is onvruchtbaarheid erfelijk ?

Groetjes E.J.



Lieve E.J.,

Deze vraag is me dit kwartaal precies 27 keer gesteld, dus ik denk dat ik vele mannen en vrouwen
gelukkig maak met het volgende antwoord:
Onvruchtbaarheid is een overdraagbare angst waarvan de werking waarschijnlijk het sterkst is
wanneer iemand op zeer jeugdige leeftijd (tot vier jaar) onbewust vele onvruchtbaarheidssignalen
heeft opgevangen (dit klinkt heel ingewikkeld, daarom zal ik het straks uitleggen).
Soms verdwijnt de angst, onopvallend, tijdens de puberteit, maar meestal vindt er vanaf
18-jarige leeftijd een extrapolatie (*1) plaats, de angst wordt dan in enkele jaren tot
zeer grote proporties opgeblazen. Let wel, KAN, dit hoeft niet zo te zijn.
Mijn vriendin Karla Lindeboom, voortplantingsdeskundige, heeft mij verzekerd dat in zeker 60%
van de 'onvruchtbaren' de vrees rond de 24-jarige leeftijd z'n hoogtepunt bereikt en tevens
onherstelbaar is. 
Tien jaar geleden hebben wij een therapiegroep opgericht voor onvolwassenen die lijden
aan het 'sansenfantsyndroom'.
(Het cursusboek 'Sansenfantsyndroom en zelfhulpoefeningen', Lindeboom, K. en Maradona, L.
is voor f37,95 verkrijgbaar in de boekwinkel.)
Het probleem is zo complex dat ik in deze rubriek slechts de belangrijkste puntjes aan kan stippen,
dus wanneer je denkt, "hé, ik zou wel eens het sansenfantsyndroom kunnen hebben",
of "hé, ik ken iemand met onvruchtbaarheidsangst",kan ik je het cursusboek aanraden.

1. peuters en onvruchtbaarheidssignalen
Uit onderzoek is gebleken dat peuters zeer gevoelig zijn voor 
gesprekken van ouders die gaan over de voortplanting. Wanneer ouders, in het bijzijn van het jonge kind,
zich regelmatig luidop afvragen waarom het verwekken van het eerste kind zolang duurde of waarom
het tweede of derde kind maar niet wil lukken, heeft dat kind 45,2% meer kans op het sansenfantsyndroom
dan een ander kind.
Voor K.I.- en draagmoederkinderen kan de herkomst beter tot het vierde levensjaar geheim worden gehouden,
denk ik, want als dit niet gebeurt hebben deze kinderen 96.4% kans op het syndroom.
Je gelooft het bijna niet, maar als een kind er op latere leeftijd pas achter komt,
is de kans op het syndroom nog maar 47,7%, apart hè.

2. pubers en het sansenfantsyndroom
Eerst zit de angst voor onvruchtbaarheid nog in een klein celletje en steekt slechts af en toe de kop op.
Wanneer je het probleem echter niet herkent en erkent is de kans groot dat de angst uit de eigen cel
breekt en zich verspreidt in andere hersencellen. 
Dit kan hele vreemde situaties opleveren, zoal een 18,5 jarige jongen, enigkind, die een reiger
de nek omdraaide nadat deze het laatste jonkie van een vijvereend had verorberd. Of een meisje van 19
dat steeds weer verhuisde, zodat ze op elk nieuw adres de felicitatiedienst langs kon laten komen.
(*1 extrapolatie betekent in dit geval dat de angst je leven gaat beheersen, dat de angst langzaam
doordringt in alle hersencellen.)

3. volwassenen en onvruchtbaarheid
Waarschijnlijk is het onmogelijk na je 24ste van de onvruchtbaarheidsangst af te komen,
maar dit hoeft niet te betekenen dat je ook werkelijk onvruchtbaar bent.
Karla heeft speciaal voor deze mensen een hypnosetherapie ontwikkeld.
Je verblijft dan, samen met je partner, drie maanden in het sansenfantinstituut,
waar je onder hypnose je angst tijdelijk vergeet.
Al vele jonge paren hebben hier baat bij gehad.

Dit was een heel verhaal, hè! Ik heb geprobeerd het zo kort mogelijk te houden,
maar er is zoveel te vertellen.
Tot slot wil ik nog zeggen dat het zeer belangrijk is dat het sansenfantsyndroom
vroeg wordt ontdekt en dat jonge kinderen worden beschermd tegen onvruchtbaarheidssignalen.

Liefs, Lena.

P.S. Ook kun je voor meer informatie het volgende nummer bellen: 06-13136969 (f0,75 p/m).

Door naar de volgende pagina